Zo begin je het gesprek
Voor als je denkt dat iemand moeite heeft met lezen, schrijven of het gebruik van de computer of telefoon
Soms merk je het. Iemand die brieven niet opent, afspraken mist of je steeds vraagt om hulp bij formulieren of apps. Je wilt iets zeggen of helpen, maar hoe?
Hieronder vind je tips én voorbeeldzinnen die het makkelijker maken om het gesprek te beginnen. Vriendelijk, zonder oordeel en vanuit oprechte zorg.
Tips voor het gesprek
- Begin rustig, op een moment zonder haast of druk.
- Laat merken dat je het goed bedoelt.
- Houd het luchtig: niemand vindt alles makkelijk.
- Oordeel niet. Luister. En geef ruimte om na te denken.
- Gebruik eenvoudige woorden.
- Vermijd het woord 'laaggeletterd'. Zeg liever: 'moeite met lezen of schrijven'.
Voorbeeldzinnen
die je kunt gebruiken
- ‘Sommige brieven zijn echt ingewikkeld. Wil je dat ik even meekijk?’
- ‘Het lijkt alsof je stress krijgt van die brieven. Misschien is er hulp waardoor je die brieven straks zelf kunt begrijpen. Zou je dat willen?’
- ‘Mama regelde altijd alles. Zullen we samen kijken of je ergens hulp bij kunt krijgen?’
- ‘Misschien kun jij straks zelf je kind helpen met voorlezen. Zou je dat fijn vinden?’
- ‘Als ik straks uit huis ben, wie helpt jou dan met de post? Zullen we samen kijken of er iemand is die je verder kan helpen?’
- ‘Je vraagt hier wel vaker hulp bij. Vind je het lastig om zelf te doen?’
- ‘Zou het fijn zijn als iemand je helpt met brieven of digitale dingen?’
- ‘Weet je dat er hulp is voor mensen die lezen of schrijven moeilijk vinden? Wil je dat ik je er iets over vertel? Je hoeft het niet meteen te beslissen.’
Onze partners
